(c) EU 1999 werk.jpg
“Intra-Europese handelsbarrières komen overeen met een tariefequivalent van gemiddeld 45% voor goederen en zelfs 110% voor diensten,” stelde Brocken. “Het terugbrengen van deze belemmeringen tot het niveau van de Verenigde Staten kan volgens het IMF leiden tot een productiviteitsgroei van 7%. Dit is een belangrijke hefboom voor Vlaanderen als open, industriële regio.”
Brocken peilde naar de balans tussen het verder verdiepen van de interne markt enerzijds, en het behouden van strategische beschermingsmechanismen anderzijds. Ook wilde ze weten welke Vlaamse streekproducten in aanmerking komen voor Europese erkenning via geografische oorsprongsbenamingen, en welke sectoren in Vlaanderen het meeste kunnen profiteren van harmonisatie en digitalisering binnen de interne markt.
In zijn antwoord benadrukte de minister-president dat het vrij verkeer van goederen, diensten, kapitaal en personen het fundament van de interne markt vormt, maar dat dit moet samengaan met het behoud van belangrijke beschermingsmechanismen. Hij noemde onder meer het handhaven van mededingingsregels, bescherming van streekproducten via geografische aanduidingen en screening van buitenlandse investeringen.
Daarnaast wees hij op het potentieel van Vlaamse streekproducten zoals Balegemse jenever, Gentse azijn, Poperingse hop en Brugse kaas voor Europese erkenning. Ook de Vlaamse landbouwminister wordt betrokken bij verdere stappen.
Op economisch vlak ziet de minister-president vooral groeikansen voor Vlaanderen in digitale harmonisatie (zoals AI, datastromen en e-commerce), grensoverschrijdende energie-infrastructuur, medisch-biotechnologische innovatie en digitale financiële diensten.
De Europese Commissie becijfert dat een volledig gerealiseerde digitale interne markt een jaarlijkse meerwaarde van 415 miljard euro voor de EU kan betekenen, waarvan Vlaanderen mee kan profiteren.
Inge Brocken benadrukt het belang van een strategische aanpak: “Vlaanderen moet inzetten op het wegnemen van onnodige belemmeringen in de interne markt, maar altijd met respect voor onze unieke producten en economische veerkracht.”
